Recensies schrijven? Doe eens normaal man!
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg3tnlPBydcip8btbILqpfGGWN3ncuo3nrBwd7Hau3ggMv_fIGj4PWiqZCSxohVEooaaCKfPcWHUTLrpROY_hxBnAsjj13LDZHHaENlojrZhp-B2s9SMtDjMs5Dcz8VAEczVvBdZ0sZPC-1/s200/vraagteken-groot2.jpg)
Ineens allerlei bezinningsvragen. Onzekerheid nestelde zich
in het schrijfkamertje in mijn hoofd en als een gek begon ik argumenten voor
mijzelf te bedenken waarom ik dit doe. Hier komen ze:
Makkelijk
Het leuke aan recensies schrijven, bedacht ik me, is dat het
makkelijk is. Makkelijk? Is dat niet wat simpel gedacht? Dat klopt, maar toch
is het niet anders te verwoorden.
Oké, ik leg uit:
- Het makkelijke aan recensies schrijven, vind ik, is dat je
geen eigen (geloofwaardige) wereld hoeft te creëren.
- Voor recensies schrijven hoef je niet op zoek te gaan naar
inspiratie (of nog erger: er op wachten); immers, wat je beschrijft dat is er
al, dat is al gebeurd, in het echte leven.
- Door het schrijven van recensies kan ik op een simpele
manier lekker puzzelen met woorden en spelen met zinnen (mijn hobby). Ik hoef
niet na te denken, ik hoef alleen nog maar te schrijven.
Leerzaam (1): schrijfvaardigheid
Het schrijven van de boekrecensies is erg leerzaam voor mij.
Ik oefen met zinnen, de zinsopbouw en mijn recensiestijl. Ik bestudeer hoe de
schrijver zijn verhaal opbouwt, hoe hij zijn punt duidelijk probeert te maken.
En ik leer om op een zo kort mogelijke manier te schrijven
wat ik wil zeggen, dus geen (of zo min mogelijk) passieve zinnen. Actie! Dat is
wat er op papier moet staan.
Leerzaam (2):
communicatief
Het moeilijkste, maar tegelijk het meest leerzame voor mij,
is dat ik de wijde wereld in moet. Ik word gedwongen om uit mijn veilige
schrijfkamertje te komen (immers het feest is niet op zolder), ik moet
praten met mensen die ik niet- of nauwelijks ken (achtergrondinfo is een must) en ik moet zoeken naar mijn juiste
houding als recensente (voorgrond of achtergrond, mijzelf verschuilen achter
mijn moleskine).
Jullie merken, dit is niet zomaar wat.
Natuurlijk ben ik ook redelijk ‘aandachtsgeil’ (vergeef me
mijn uitdrukking), maar zijn wij schrijvers dat niet allemaal? We willen toch
allemaal dat anderen lezen wat voor geweldigs we hebben geschreven?
Bedankt voor het lezen van mijn argumenten, nu ze zo op
papier staan haal ik opgelucht adem. Zo abnormaal ben ik toch ook weer niet.
Toch?
Reacties
Een reactie posten