Pas op voor de schrijver
Wie schrijft, sprokkelt. Ik
zal maar meteen met de deur in huis vallen, ik zit momenteel in zo’n
sprokkelfase. Ik observeer en noteer, niets en niemand is veilig.
Als schrijver moet je je
personages inkleuren, vormgeven. Hiervoor verzamel je zo veel mogelijk
kenmerken. Familie, vrienden en collega’s, zelfs onbekenden op de fiets of op
tv, inspireren.
Nu ik serieus schrijf aan
mijn thriller ‘Cum Laude’, merk ik dat ik in opperste sprokkelstaat ben.
Alles wat mij opvalt, wat mij ontroert of irriteert, schrijf ik op. In
gedachten pas ik dit toe bij mijn (hoofd)personages.
Boetseren
Het gaat hierbij bijvoorbeeld
om opmerkelijke citaten, dubieuze haar- en/ of kledingkeuze of bijzondere
lichamelijke kenmerken. Het is een waar juttersvak, dat schrijven.
Maar ook het gevoel dat je
krijgt bij iemand, wat diegene uitstraalt. En dus ook wat er niet gezegd wordt,
noteer ik. Als schrijver sprokkel ik al die eigenaardigheden bij elkaar en
boetseer ik er mijn personages van.
Kun je dan niets zelf bedenken?
Natuurlijk heb ik al veel zelf
bedacht, mijn personages zie ik levendig voor me, maar ik merk dat de finesses op
straat liggen. ‘Men moest eens weten’, denk ik regelmatig.
Eigenlijk zou ik een bordje
om mijn nek moeten hangen met: ‘pas op, writing
in progress’ erop. Als waarschuwing voor mijn omgeving; let op, alles wat
je zegt en doet kun je ooit terugvinden in mijn thriller.
Ik weet zeker dat alle
schrijvers dit stadium doormaken. Wat eigenlijk ook best eng is, want je weet
dat je je moet gedragen in de buurt van- of tegen een schrijver. Je weet dat
die schrijvers net zo onderzoekend naar jou kijken, als jij naar hen. Voor je
het weet sta je in zijn of haar boek of column.
Eng boekenbal
En wat dacht je van
schrijffeestjes zoals het boekenbal. Allemaal sprokkelaars bij elkaar, wat een
sfeer zal daar hangen. Een zaal gevuld met onderhuidse spanning, observeren en
noteren daar draait het om. Smartphones dienen als excuus (want pen en papier
valt meteen zo op), er worden driftig aantekeningen gemaakt. Ik vind het een
enge bedoening.
Dat ik zelf, door mijn
aanwezigheid bij Silo Passage (in het hol van schrijvers en dichters), ook als
inspiratiebron kan dienen, daar wil ik liever niet aan denken.
Maar ik ben nu wel meer bewust
van mijn houding. Ik rommel op zo’n avond al steeds minder vaak in mijn tas op
zoek naar niets en het lukt me steeds beter mijn gegiechel te onderdrukken.
Ik kom er wel.
Heel herkenbaar! Het grootste deel van de tijd doe ik het onbewust, maar het wil inderdaad wel gebeuren dat een familielid ineens iets herkent in een verhaal van me... Personages zijn overal :)
BeantwoordenVerwijderenIk heb dat met personages niet. Ze zijn er gewoon helemaal, en ze zijn zichzelf. Vaag? Ja, heel vaag. Ik krijg ook nog weleens ruzie met ze. ;-)
BeantwoordenVerwijderenMaar ik fiets wel rond en verwonder me over alles, neem alles in me op, overal zit wel een verhaal in. En ik hoor ook wel mooie zinnen/woorden die ik kan gebruiken.
Enne, ik zal me gedragen hoor! Op twitter, mijn blog en in mijn mails... ;-)