Als ik kon toveren
Voor de liefhebber is hier mijn verhaal te lezen dat ik onlangs schreef voor het project 'Bij nacht en ontij' van dewebschrijvers.nl. Het verhaal werd gepubliceerd in een papierenbundel en een e-book.
‘Dokter, ik weet het zeker. Ze heeft het weer.
Hersenvliesontsteking. Ze gedraagt zich hetzelfde als vorig jaar. Ze gaat
dood!’

Zachtjes duwt dokter de moeder van Sanne in de
patiëntenstoel. Onze heldin, waarde lezer, is huisarts. Sanne, ons
tienerpatiëntje, ligt als een baby bij haar moeder. Een bizar gezicht.
‘Waarom denkt u dat ze het weer heeft?’, dokter
ademt onhoorbaar uit.
De moeder ratelt.
Zo snel dokter kan, typt ze alle informatie in.
Het meisje kreunt zachtjes bij haar moeder op schoot. Zo jong en dan zulke erge
hoofdpijn? De vingers van onze heldin roffelen op de toetsen, ze voelt haar
bloed sneller stromen. Haar dokterswachtdienst is begonnen.
Wat weet mama er van, hoe ik mij voel. Ze is
altijd zo snel in paniek. Laat me toch.
‘Sanne, misschien kun je zelf vertellen waar het
zeer doet?’ Dokter kijkt het meisje aan, ze kijkt terug maar verroert zich
niet.
‘Kom liefje, vertel de dokter waar het pijn doet.
Zeg nou eens wat!’ Moeder port haar dochter in de zij. Het meisje reageert niet,
steekt de duim in haar mond en kreunt.
Hoofdpijn. Beetje misselijk. Dat is alles. En zo
moe!
‘Misschien heeft ze iets verkeerds gegeten,
dokter. Of ben je gisteravond gevallen met je fiets? Toe San, de dokter wil je
helpen.’ De moeder praat steeds luider, ze wrijft over haar voorhoofd; haar
wanhoop is voelbaar.
Ook dokter krijgt het steeds warmer. Ze ziet dat
de ogen van het meisje wegdraaien, steeds meer oogwit is zichtbaar. Kleur is
uit haar wangen verdwenen.
Laat me met rust, ik wil niet meer. Moe. Zo moe.
Moet ze even liggen op de behandeltafel? Is het
allemaal wel echt zo ernstig, is het meisje gewoon heel erg moe en moet ze een
flinke nacht doorslapen? Is er misschien alcohol in het spel, een
comazuipertje? Of GHB, je hoort tegenwoordig zulke vreselijke verhalen.
Tijd. Tijd heeft ze nodig. Maar is dat er wel?
Stel als het kind hier op moederschoot overlijdt?
Doorvragen nu, in deze toestand kan het meisje
niet naar huis.
‘Vorig jaar, we zaten een week in Barcelona, had
ze ook al hoofdpijn’, de moeder begint weer, ‘er was de eerste dagen niets aan
de hand. Ineens greep ze naar haar hoofd, ik weet het nog goed. ’s Avonds in
een restaurant, het hoofdgerecht net op. Ze riep dat haar hoofd zo’n pijn deed,
ze wilde naar bed. Ze was al elf, dus ik nam haar serieus.’ De moeder haalt
diep adem.
Laat me gaan mama, je hebt je best gedaan. Dank
voor alles.
‘We gingen naar het hotel, Sanne naar bed, wij
bleven de hele nacht op. Mijn man dacht aan hersenvliesontsteking. De pijn was
de volgende ochtend niet over, we gingen naar het ziekenhuis.’ De moeder zucht,
haar wangen dieprood, zweetstraaltjes langs haar slapen. Het meisje slaapt, af
en toe mompelt ze onverstaanbare woorden.
Die doktermevrouw is erg aardig. Zou ik toch
wakker willen worden? Dan kan ik haar bedanken en later mijn dochter naar haar
vernoemen.
‘Wat gebeurde er met Sanne, wat deden de dokters
met haar?’ Nog een keer het verhaal aanhoren, laten praten. Veel praten. Vaak
is er iets kleins, iets wat onbelangrijk lijkt, wat niet nodig wordt geacht om
te vertellen.
Ook dokter moet goed luisteren, de informatie
filteren en nadenken. Waren er meer vergelijkbare gevallen tijdens haar
loopbaan? Wat deed onze heldin toen?
Ik drink nooit weer wijn. Het was ook nog eens
een stom feestje. Zonder Sander is alles saai.
‘En dan gisteravond haar eerste brugklasfeestje.
Ik was zo blij dat ze heelhuids thuiskwam. Misschien had ze toen ook al
hoofdpijn, ik heb niet eens goed naar haar gekeken; gauw naar bed. Mijn kindje,
mijn schat.’ De moeder hijgt de laatste woorden.
Voorzichtig pakt dokter Sanne’s pols. Tellen.
Oogleden optillen, longen beluisteren. Geen koorts. Alles lijkt normaal. Wat is
hier aan de hand? Een doodziek kind? Overbezorgde moeder? Toevalligheid?
Soms zou dokter een glazen bol willen; een
toverstafje, een levenselixer en er gaat nooit meer iemand dood.
Ik loog over de wijn, zweeg over de wodka. Mama
moet nog veel leren over brugklassers. Vrolijk naar bed. Welterusten mama.
‘En, heb ik gelijk?’ Grote ogen priemen.
‘Misschien. Ze gaat naar de spoedopvang. Herhaling
is niet uit te sluiten.’ Waarde lezer, onze heldin baalt. Maar ze weet dat ze
het goede doet. U denkt dat toch ook?
Ken je die mop van dat meisje dat ziek was?
Reacties
Een reactie posten